Wat is een decibel?

Geluid wordt uitgedrukt in decibel (dB). 30 dB klinkt zo zacht als gefluister. 50 dB klinkt als een rustige woonwijk. 65 dB klinkt als een klein vliegtuig dat opstijgt op 6,5 kilometer van de start en 750 m hoog. 80 dB klinkt als een drukke verkeersweg op 10 meter afstand. Het geluid van een vrachtwagen op 7,5 meter afstand komt overeen met zo’n 90 dB. Als er 10 dB bij komt, wordt het geluid vaak als twee keer zo hard ervaren. De figuur van Noise Monitoring System van Schiphol (NOMOS) vat dit samen. 

Afbeelding

Afbeelding

Wat is geluidhinder?

We spreken over hinder als geluid een negatieve invloed heeft op iemands gedachten, gevoelens of activiteiten. Dit kan gevoelens zoals afkeer, boosheid of onbehagen oproepen. Mensen reageren verschillend op geluid. De één heeft er last van en de ander niet. En als je in een rustige buitenwijk woont, kan eenzelfde geluidniveau veel hinderlijker zijn dan in een drukke binnenstad. Kortom, de overlast kan afhangen van:  

  • Het soort geluid: hoe hard het  geluid is en hoe hoog;   
  • De situatie: wie maakt het geluid, waar, wanneer en hoe lang? Kun je wat doen aan de aanwezigheid van het geluid? Is het voorspelbaar?;
  • De persoon: hoe gevoelig ben je voor verschillende geluiden?

Wie hoort wat waar langs de rijksweg? Hoor het zelf in deze video van Rijkswaterstaat. 

Met deze tips kun je misschien zorgen voor minder overlast van verkeer en/of buren. 

Geluid in kaart brengen

De overheid brengt om de vijf jaar de hoeveelheid geluid in kaart en maakt actieplannen om geluidsoverlast tegen te gaan. Dat is geregeld in de Europese Richtlijn Omgevingslawaai(). Met een paar muiskliks kun je gegevens over de geluidbelasting van heel Europa vinden.  Voor de officiële cijfers moet je informeren bij je eigen gemeente of provincie. Vraag ook naar hun actieplan om geluidsoverlast aan te pakken. Grote gemeenten (agglomeraties met meer dan 100.000 inwoners) zijn verplicht zo'n actieplan te maken.

De tabel rechts vat samen welke kaart je het beste gebruikt. Kom je er niet uit? Mail dan onze helpdesk. Overigens leverden nog niet álle gemeenten in agglomeraties hun geluidsbelastingsgegevens. Dat gebeurt later dit jaar. Voor alle geluidskaarten geldt dat ze alleen een globaal beeld van de hoeveelheid geluid in Nederland geven. Voor het toetsen van geluidsniveaus aan de normen, bijvoorbeeld voor 'geluidsbelasting op de gevel', zijn de kaarten niet geschikt.

afbeelding

Ik wil iets weten over Welke kaarten (2021)? Welke bronnen staan er op?
..mijn omgeving en ik woon in een agglomeratie (check de lijst) END kaarten agglomeraties Weg-, spoor, vliegverkeer, industrie (niet alle vlieghavens). Geluid is niet bij elkaar opgeteld
..mijn omgeving en ik woon niet in een agglomeratie STAMINA-kaart omgevingsgeluid Weg-, spoor, vliegverkeer, industrie, windturbines. Geluid is opgeteld. Ook per geluidsbron beschikbaar.
..geluid rond Schiphol of Eindhoven Airport? END kaarten Schiphol of
END kaarten agglomeraties (Eindhoven en later dit jaar ook Maastricht en Rotterdam)
Vliegverkeer
..geluid rond andere luchthavens? STAMINA-kaart vliegverkeer Vliegverkeer; behalve bovengenoemde luchthavens ook de Kooy, Deelen, Eelde, Geilenkirchen, Gilze-Rijen, Leeywarden, Lelystad, Volkel, Woensdrecht

 

Afbeelding

Gezondheidseffecten van geluid

Geluid kan hinder geven, wat gezien wordt als een gezondheidseffect. Door geluid kan het ook zijn dat je: 

  • slecht slaapt, waardoor je minder goed uitrust; 
  • minder goed kunt opletten op het werk of op school;
  • stress krijgt; of 
  • psychische klachten krijgt.

Woon je op een plek waar veel geluid is door verkeer? Dan heb je meer kans op een hoge bloeddruk, wat de kans op een hartinfarct vergroot.  Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) schat dat jaarlijks  zo’n 800 mensen hart- en vaatziekten(PDF) krijgen door verkeerslawaai. Tegen de 70 mensen overlijden er jaarlijks aan. Je kunt ook gezondheidsklachten krijgen door geluid als je geen hinder ervaart.

Cijfers geluidhinder

In 2022 had 11,1% van alle inwoners van 16 jaar en ouder ernstige hinder door geluid van wegverkeer. Dit gaven zij aan in een vragenlijstonderzoek van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). Het ging daarbij niet om een enkele keer, maar zij hadden het hele voorgaande jaar last van geluidshinder door wegverkeer.  Op de tweede plek staat hinder van buren: 10,2% . Dan volgt geluid van bouw- en sloopactiviteiten met 7,7%. Deze cijfers zijn iets hoger dan in 2021, toen het om 9,4% (buren) en 7,5% (bouw- en sloopactiviteiten) ging.

Afbeelding

Staafdiagram geluidshinder tussen 2019-2022 en in 2023 voor verschillende bronnen

Kun je geluid zelf meten?

Steeds meer mensen meten zelf geluid, bijvoorbeeld in Amsterdam, Nijmegen  of via het internationale platform en meetnetwerk Sensor.Community. Door zelf geluid te meten, kun je ter plekke en precies op dat moment (ook wel in´real-time´ genoemd) zien hoeveel geluid bijvoorbeeld een trein of vliegtuig maakt. Maar het meten is niet eenvoudig. Zo moet je oppassen met waar je de geluidmeter ophangt. En een eenmalige meting kun je niet direct vergelijken met de norm.

Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) bekijkt welke geluidmeters goed werken en toont de resultaten van burgermetingen op het portaal Samen Meten. Daar zie je bijvoorbeeld de Nederlandse resultaten van  Sensor.community.  

Enthousiast geworden?  Lees hoe je zelf geluid kunt meten, laat je inspireren door Diane Ramakers en Tonnie Derks die zelf een sensor maakten,  of neem contact op met het Samen Meten-team.  

Afbeelding

plattegrond Nederland met meetpunten

Geluid in de Omgevingswet

Op 1 januari 2024 ging de Omgevingswet in. Hierin staan regels over geluid in Nederland, opgesteld door de Rijksoverheid. Een van de regels is dat elke overheid een omgevingsvisie moet maken. In de omgevingsvisie van een gemeente lees je bijvoorbeeld hoe de gemeente de stad of buurt wil verbeteren en hoe zij het milieu en de gezondheid van omwonenden beschermt. Zo schrijft Arnhem in de omgevingsvisie dat er meer geluid mag zijn in het centrum dan in wijken die wat verder van het centrum afliggen. Ook provincies en de rijksoverheid maken omgevingsvisies

De gemeente zet de ideeën van de omgevingsvisie om in concrete plannen en vertaalt deze naar een omgevingsplan. Dit omgevingsplan vervangt de bestemmingsplannen van de gemeente. Het omgevingsplan van je gemeente is te vinden in het omgevingsloket. Regels in het omgevingsplan gelden voor elke Nederlander die iets wil veranderen in de leefomgeving of hier een idee voor heeft.  

Gemeenten hebben tot eind 2031 de tijd om de eerdere regels voor de leefomgeving om te zetten in een omgevingsplan. In de tussentijd gelden voor bepaalde gevallen nog de eerdere regels, dit heet het overgangsrecht. Dan gelden bijvoorbeeld nog de normen uit de Wet geluidhinder. Voor welke gevallen dit nog meer geldt, lees je op de webpagina  Overgangsrecht van het IPLO.

Afbeelding

straat in Nederland op zonnige dag, links lopen mensen, rechts is een terras

Normen voor overheden

Onder de Omgevingswet staan normen voor geluid in het Bkl (Besluit kwaliteit leefomgeving), zie de tabel.  Deze normen gelden bij besluiten over bijvoorbeeld de bouw van nieuwe huizen of aanleg van nieuwe wegen. De normen bestaan uit een standaardwaarde en een grenswaarde. Het doel is om onder de standaardwaarde te blijven. Meer geluid dan de grenswaarde is bijna nooit toegestaan.  

Tabel

Geluidbronsoorten Standaardwaarde in Lden (decibel) Grenswaarde in Lden (decibel)
Nieuwe geluidgevoelige gebouwen Aanleg of aanpassing (spoor)weg/industrieterrein
Rijkswegen 50 60 65
Gemeentewegen en waterschapswegen 53 70 70
Spoorwegen 55 65 70
Industrieterreinen 50 55 60
  40 Lnight 45 Lnight 50 Lnight


Naast de regels voor geluidbronnen uit de tabel, gelden aparte regels voor geluid door individuele bedrijven of activiteiten zoals festivals. Zie Informatiepunt Leefomgeving.    

Afbeelding

Aanvaardbaarheid van geluid

Onder de Omgevingswet heeft de gemeente de mogelijkheid om af te wijken van bovenstaande normen als een situatie of gebied daarom vraagt. Bijvoorbeeld strengere geluidsnormen in een woongebied en minder streng in het centrum of op een industrieterrein. Of een drukke weg wordt toegestaan om een gebied goed bereikbaar te houden. Maar de overheid kan niet zomaar afwijken van de standaardnormen. De hoeveelheid geluid moet aanvaardbaar zijn. Dat betekent dat de gezondheid van omwonenden en andere belangen moeten worden meegenomen in het besluit. Soms zijn er meer bronnen van geluid aanwezig, zoals bij de aanleg van een weg langs een spoor. Dan moet het geluid van alle bronnen bij elkaar beoordeeld worden.  

In veel gevallen beslist de gemeente hierover. De besluiten staan dan in het omgevingsplan. Maar als het om de aanleg van een nieuwe provinciale weg gaat, dan beslist de provincie. Bij de aanleg van nieuwe rijkswegen beslist de Rijksoverheid. Het gaat in de normen voor (spoor)wegen om gemiddelde geluidniveaus. Geluidspieken, bijvoorbeeld als er een vrachtauto voorbij rijdt, tellen mee in het gemiddelde. De normen gelden voor geluidgevoelige gebouwen. Dat zijn huizen, ziekenhuizen, kinderdagverblijven en scholen. Een gemeente kan ook andere gebouwen of gebieden extra beschermen. 

Lden en Lnight

De toegestane geluidbelasting wordt uitgedrukt in Lden en Lnight. Lden (Level day evening night) geeft de gemiddelde geluidbelasting over alle etmalen van een jaar. Eerst worden dus de gemiddelden per etmaal (Lden) of nacht (Lnight) uitgerekend. Daarna wordt het gemiddelde per kalenderjaar berekend. Bij de berekening van Lden telt de geluidbelasting ’s avonds zwaarder mee dan overdag. Geluid ’s nachts telt nog wat zwaarder mee. Bij Lnight gaat het over de gemiddelde geluidbelasting van 23 tot 7 uur, maar dan zonder de straffactor voor de nacht.

Geluidproductieplafonds

Er zijn regels om te voorkomen dat door toenemend verkeer de hoeveelheid geluid toeneemt. Voor rijkswegen en het hoofdspoornet gelden geluidproductieplafonds (GPP’s). De overheid berekent de hoeveelheid geluid op punten aan beide kanten van de (spoor)weg. Elk van deze punten langs de weg heeft zijn eigen, maximaal toegestane geluidproductie. ProRail en Rijkswaterstaat bekijken elk jaar of het geluid onder de GGP’s ligt. Gemeentes en provincies stellen sinds de invoering van de Omgevingswet ook GPP’s vast voor provinciale wegen en sommige industrieterreinen. 

Elk jaar bekijkt het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) of de berekende geluidproductie overeenkomt met geluidmetingen langs rijkswegen en hoofdsporen. De gemeten geluidniveaus langs rijkswegen waren in 2022 gemiddeld ruim 2 decibel hoger dan de berekende waarden. Dit verschil wordt vanaf 2024 waarschijnlijk kleiner door verbetering van de rekenregels in de Omgevingswet. Voor spoorwegen komen de metingen en berekening van geluid gemiddeld wel met elkaar overeen.  

Bekijk hier een kaart van Geluidproductieplafonds die gelden langs de snelwegen.

Basisgeluidemissie

In de Omgevingswet krijgen ook gemeentewegen, waterschapswegen en lokale sporen een waarde om de hoeveelheid geluid te beheersen. Dat heet de Basisgeluidemissie, of BGE. Dat is vergelijkbaar met een GPP maar dan voor het netwerk van kleinere wegen. Elke 5 jaar moet gekeken worden of de hoeveelheid geluid niet te veel is toegenomen vergeleken met de BGE. Als het geluid meer dan 1,5 decibel hoger ligt op de weg én op een geluidgevoelig gebouw, dan moet de beheerder maatregelen overwegen. Bij een overschrijding van de grenswaarde in geluidgevoelige gebouwen zijn maatregelen verplicht. Denk aan het isoleren van woningen of een stiller wegdek. De GPP’s en BGE’s staan in het Geluidregister, dat stap voor stap gevuld wordt.  

Meedenken en meebeslissen

De Omgevingswet biedt inwoners van Nederland meer ruimte om invloed te hebben op  nieuwe plannen in de leefomgeving. Of het nu gaat om nieuwe plannen van de overheid, van een ondernemer, van je buren of van jouzelf. Het betrekken van anderen bij plannen wordt participatie genoemd. Overheden, ondernemers en anderen met plannen voor de leefomgeving zijn verplicht om aan te geven hoe omwonenden zijn betrokken via participatie. 

Je hebt ook altijd inspraak voor een besluit genomen wordt. Wil je weten welke plannen er liggen? Meld je aan voor ‘berichten over uw buurt’. Of kijk op Officiële Bekendmakingen of het Omgevingsloket

afbeelding

Meedoen in Veendam

Gemeente Veendam wilde meer samenwerken met de inwoners. De gemeente ging van 'inspraak achteraf' naar ‘meebeslissen vooraf’. Ze begonnen met een kennismakingsavond met bewoners en bouwden de samenwerking steeds verder uit. ‘Inwoners hebben vaak de beste ideeën voor hun eigen buurt’, was de conclusie. Niet zo gek, want wie kent jouw wijk het beste? Jij en jouw buren natuurlijk.  

Participatie in Utrecht

Gemeente Utrecht moedigt ambtenaren aan om actief in gesprek te gaan met inwoners. Voordat er een oplossing of een plan ligt. Dit doen ze onder het motto ‘Samen stad maken, geen Utrecht zonder U’. Het kan ook zijn dat inwoners zelf een plan hebben dat de gemeente steunt met subsidie of andere hulp. Of dat bewoners een taak van de gemeente overnemen, zoals het onderhoud van groen in de buurt. Bijvoorbeeld omdat bewoners denken dat het beter, leuker, slimmer of goedkoper kan.  

Afbeelding

links zitten mensen aan een tafel in de zon, rechts vaart een boot langs